Implementatie- portret: Anouk Driessen Sjors Kaufmann 23 februari 2022

Implementatie- portret: Anouk Driessen

Blog

‘We bedoelen hetzelfde maar spreken een andere taal.’

Wie is Anouk Driessen?
Ik ben opgeleid als gezondheidswetenschapper. Daarna doorgegaan met een master Health education and promotion, wat meer gericht was op gedragsverandering. Een vak over implementatie was daarvan een onderdeel. Bij het schrijven van beide afstudeerscripties trok implementatieonderzoek mijn aandacht en onderzocht ik de ‘facilitators & barriers’ van een bepaalde interventie.

Op dit moment werk ik als junior onderzoeker bij Amsterdam UMC. Ik ben bij de werkgroep implementatieonderzoek van het NIC betrokken geraakt via Femke van Nassau doordat we een kennisagenda wilden opstellen. Daarvoor zijn Femke en ik binnen onze werkgroep de trekkers geweest. Het praktische onderzoek vind ik leuk: je bent met mensen in gesprek en dichterbij de praktijk bezig. Je ziet van alles ‘landen’ maar je hoort ook de frustratie van mensen die continu tegen dezelfde zaken aanlopen. Bijna ongeacht in welk werkgebied je het bekijkt.

Wat zijn die problemen?
Ik heb onderzoek gedaan in het ziekenhuis onder zorgverleners maar ook onder gezonde school-adviseurs bij GGD. Dat is een ander werkveld: GGD’ers hebben meer te maken met gemeentes en scholen. Dat zijn twee verschillende contexten; daarvan zeggen we bij implementatieonderzoek dat die verschillen context heel belangrijk Zijn. Maar ik zag dat ook de gezonde school-adviseurs verhalen hadden over te weinig capaciteit, te weinig tijd, geen financiële middelen, moeilijk draagvlak creëren. In het onderzoek in het ziekenhuis kwamen dezelfde dingen naar voren.

De kennisagenda die wij hebben opgesteld, doet daar recht aan door te zeggen dat we zaken overkoepelend kunnen onderzoeken. Je zou een onderzoek onder GGD’ers met betrekking tot implementatie naast het implementatietraject van een ziekenhuis kunnen leggen en waarschijnlijk kun je dezelfde strategieën toepassen. We kijken nu naar hoe we dat in een onderzoekstrategie kunnen gieten.

Wat denk je praktisch te kunnen bijdragen?
Mijn voordeel is dat ik helemaal vers in dit onderwerp ben gesprongen. Net van de opleiding, pas een jaar aan het werk. Daardoor zijn er veel vragen voor me; wat is dit, hoe helpt ons dat? Ik kan met frisse blik kijken naar het NIC en waarmee we bezig zijn.

Voor mij is de wereld van implementatie nog wennen en zoeken naar wat het inhoudt. Ik weet al wel waarover ik het heb maar iedereen lijkt iets anders te zeggen. We bedoelen hetzelfde maar spreken een andere taal. Het is belangrijk dat we elkaar uiteindelijk begrijpen, elkaars woorden kennen.

Gaandeweg leer ik wat ik kan bijdragen. Maar voor nu helpt die frisse blik en dat ik erg van aanpakken hou, dus een onderzoek gaat dan ook lekker snel.

Wat wil je uiteindelijk bereiken?
Ons ultieme doel is de zorg effectiever maken. Elke implementatiegoeroe heeft daar een echte passie voor. Het is zo zonde dat er in de zorg zoveel niet-noodzakelijke dingen gebeuren. En we kunnen duizenden dingen doen, een interventie verzinnen, een nieuw medicijn ontwikkelen maar het heeft geen zin als het nooit landt. Dat vind ik het mooie aan mijn werk; het gevoel dat je iets kunt bijdragen door nieuwe kennis op te doen over implementatie, mensen daarin te kunnen begeleiden.

Daarvoor is onderzoek nodig naar nog ontbrekende kennis. Want er ontbreekt nog een goede infrastructuur voor het doen van onderzoek, meer dan alleen naar facilitators & barriers kijken.

Ook het inrichten van subsidies moet worden opgezet; er zijn nog geen calls, het is nog bijna hobbywerk. Het belang van implementatiekennis moet duidelijker worden, dat wil ik mensen graag laten inzien. Wat betekent dat ik met heel veel mensen zal moeten kletsen!